Meer over de inhoud
Meer over de module Basiskennis voedingsleer
De cursus Sportvoeding start met het onderwerp algemene voedingsleer. We bespreken het onderscheid tussen energieleverende voedingsstoffen en niet-energieleverende voedingsstoffen. Ook de mechanismes van spijsvertering en stofwisseling worden behandeld.
Uiteraard leer je wat gezonde en verantwoorde voeding is volgens de Schijf van Vijf, hoe je daarmee kunt variëren en waarom dat van belang is. Bovendien komt aan bod op welke wijze je verantwoord en duurzaam met voedsel om gaat ten aanzien van milieu, dierenwelzijn en veiligheid.
Meer over de module Sport en voeding
Nu je de basiskennis over voedingsleer goed beheerst, gaat de cursus verder in op het onderwerp Sportvoeding. In deze module komen een aantal onderwerpen aan bod.
Sportvoeding inspanningsfysiologie
De cursus Sport en voeding (BGN) start met het bieden van basiskennis van inspanningsfysiologie. Wat gebeurt er in het lichaam wanneer iemand zich inspant? De werking van skeletspieren en oorzaken van vermoeidheid komen aan bod. Ook de energiehuishouding van het lichaam wordt uitgebreid behandeld. De verschillende brandstoffen die het lichaam gebruikt en het energieverbruik van sporters bij verschillende trainingsschema’s komen aan bod.
De sportvoedingspiramide
De driehoek van sportvoeding, ook wel de sportvoedingspiramide genoemd, bestaat uit drie lagen: gewone voeding, sportvoeding en supplementen. De drie lagen worden behandeld, evenals hun verschillen en onderlinge verhoudingen.
Koolhydraten, eiwitten, vetten
Koolhydraten, eiwitten en vetten worden ieder afzonderlijk uitgebreid behandeld. We bespreken welke effecten deze drie energieleveranciers hebben op de gezondheid en welke rol zij spelen tijdens en na de inspanning. Ook komt aan bod hoeveel koolhydraten, eiwit en vet verschillende soorten sporters nodig hebben. Je begrijpt straks onder andere waarom sporters een verhoogde behoefte aan eiwit hebben en waarom er bij krachtsporten en bodybuilding veel gebruik wordt gemaakt van eiwitpreparaten. Ook weet je na het volgen van deze module waarom vet een cruciale rol speelt bij sportvoeding en welke vetten belangrijk zijn voor sporters.
Vitamines en mineralen
Dit deel van de cursus geeft een overzicht van wateroplosbare en vetoplosbare vitamines en mineralen en de functies die zij in het lichaam hebben. Verder leer je in welke voedingsmiddelen de vitamines voorkomen. Bovendien gaan we in op de risico’s van overdosering.
Supplementen
Je doet kennis op over welke supplementen een positief effect op de sportprestatie zouden kunnen hebben. Je leert in welke gevallen er wel of geen supplementen genomen kunnen worden. Ook trends in supplementen komen aan bod, zoals dorstlessers, micronutriëntensupplementen, eiwitsuppletie en fatburners.
Verschillende soorten sport
Om iemand goed te kunnen adviseren, is het belangrijk om voldoende kennis van de sport zelf te hebben. Daarom worden de kenmerken en regels van duursporten, krachtsporten, gewichtsklassesporten, teamsporten en enkele andere veelbeoefende sporten grondig behandeld. Ook bespreken we de voedingsbehoeften die verschillende soorten sport met zich meebrengen.
Voeding voor, tijdens en na inspanning
Je leert wat een sporter nodig heeft bij welke inspanning in de dagen voor een wedstrijd. Ook leer je inschatten wanneer het wel of niet zinvol is om tijdens inspanning te eten of te drinken. Bovendien bespreken we de factoren die in voeding belangrijk zijn voor een optimaal herstel na inspanning.
Gezondheid
Sporters kunnen met verschillende gezondheidsproblemen te maken krijgen. Als sportvoedingsadviseur moet je deze kunnen herkennen en weten wanneer en naar wie door te verwijzen bij ernstige klachten. Daarom is er in de cursus ook aandacht voor het herkennen van verschillende eetstoornissen, maag-darmklachten en de effecten van voeding op het immuunsysteem.
De cursus gaat ook uitgebreid in op de botgezondheid. De opbouw van het botweefsel komt aan de orde en wat de invloed van voeding en beweging hierop is. Ook worden de sporten met een hoog risico op stressfacturen behandeld en wat daar met voeding wel of niet gedaan kan worden.
Gewichtsmanagement en lichaamssamenstelling
Deze module gaat in op de mechanismes achter honger en verzadiging. Verschillende diëten en de voor- en nadelen ervan worden behandeld. Aan bod komen afvallen, het verlagen van het vetpercentage en droogtrainen.
Begeleiden van sporters in speciale gevallen
In de cursus is ook aandacht voor specifieke situaties en speciale omstandigheden. Bijvoorbeeld vegetarische voeding, sportvoeding voor verschillende leeftijden en voeding voor sporters die op hoogtestage gaan of gaan trainen in een warm land.
Meer over de module Begeleiden, coachen en motiveren
In deze module leer je hoe je de kennis die je hebt opgedaan, gebruikt om daadwerkelijk een persoonlijk advies te kunnen geven aan je cliënten. Je leert daarom eerst meer over hoe je alle benodigde informatie over je cliënt kunt verzamelen en documenteren en daarna hoe je je advies samenstelt voor deze specifieke cliënt én effectief overbrengt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Anamnese
In dit deel van de cursus Sportvoeding leer je eerst hoe je een algemene anamnese uitvoert met als doel de leefstijl van de cliënt in kaart te brengen en signalen te herkennen op basis waarvan het nodig kan zijn de cliënt door te verwijzen. Bij een algemene anamnese kijk je onder meer naar de medische geschiedenis, leefsituatie, dieetgeschiedenis en beweegpatroon. Je leert ook antropometrische metingen te doen, waarbij je gegevens als gewicht, middelomtrek en het percentage lichaamsvet in kaart brengt.
Daarna komt aan bod hoe je een voedingsanamnese (dietary history) en een beweeganamnese (beweegdagboek) doet en daarmee het voedingsgedrag, het voedings- en beweegpatroon van je cliënt in kaart brengt. Door de anamneses vervolgens te toetsen aan de richtlijnen Goede voeding en de Beweegrichtlijnen ontdek je de kwaliteiten én knelpunten van de patronen van je cliënt en kun je deze inzetten bij het opstellen van een behandelplan.
Behandelplan opstellen
Je leert op basis van de uitkomsten uit de anamneses en de hulpvraag van de cliënt (wat wil hij of zij bereiken) een behandelplan opstellen gericht op het sportvoedingsvraagstuk van de cliënt. Je leert daarbij het SMART-model te gebruiken om tijdens het begeleidingstraject de voortgang te bewaken en waar nodig doelen bij te stellen.
Communiceren en motiveren
In dit deel van de cursus Sportvoeding leer je hoe je diverse gesprekstechnieken kunt inzetten om de communicatie met je cliënt zo helder en doelgericht mogelijk te houden. Je leer onder meer technieken ten behoeve van probleemverheldering, nuancerende empathie en positieve confrontatie. Ook leer je weerstand te herkennen bij je cliënt en technieken om hiermee om te gaan.
Als sportvoedingsadviseur is het belangrijk dat je cliënten kunt coachen en motiveren tot gedragsverandering naar een gezonde leefstijl en het behalen van hun doelstellingen. Hoe je dit kunt realiseren, komt uitgebreid aan bod. Je leert hiervoor beproefde technieken te gebruiken, waaronder de motiverende gespreksvoering van Miller en Rollnick. Ook leer je hoe je het Transtheoretisch model van gedragsverandering kunt inzetten om te bepalen in welke fase van verandering de cliënt zit en daarop je advies aanpassen.
Evaluatie en zelfevaluatie
Vrijwel geen enkel traject zal volledig verlopen ‘volgens het boekje’. Daarop is het nuttig om regelmatig tussentijds te evalueren. Je leert in dit deel hoe je dat doet voor de plannen die je hebt opgesteld voor je cliënten. Daarnaast komt in dit deel ook aan bod hoe je op een realistische manier je eigen functioneren kun evalueren en eventueel bijstellen.