HBO-bachelor Laborant Klinische Neurofysiologie

Het hoofddoel van de module is dat je die werkzaam is op een functieafdeling (longfunctie, klinische neurofysiologie of hartfunctie) de algemene werkzaamheden kan beschrijven, de gebruikelijke communicatietechnieken kan toepassen en het belang kent van ethiek, wet- en regelgeving.
Hij analyseert de organisatie van het ziekenhuis en het medisch specialisme en handelt volgens de geldende protocollen betreffende infectiepreventie, patiëntveiligheid en ethische en juridische aspecten.

​​Het hoofddoel van de module is het ontwikkelen van uitgebreide kennis van het principe van het registreren en interpreteren van een EEG in theorie en praktijk.

In deze module wordt ingegaan op een aantal medische onderwerpen. Zo doe je onder andere uitgebreide kennis op van cytologie (celleer) en histologie (weefselleer). Je leert hoe de opbouw van cellen in elkaar zit en welke functies cellen, weefsels en organen vervullen. Je krijgt ook een inleiding in de onderdelen van het skelet en de gewrichten. In de hoofdstukken over de circulatie worden het hart en vaatstelsel behandeld. De ademhaling(sbewegingen) en stofwisseling komen in deze module ook aan bod, evenals de structuren van het zenuwstelsel en hormoonstelsel, de nieren en urinewegen. Daarnaast leer je over de anatomie en fysiologie van de huid en zintuigen en over de opbouw van ons immunologisch (afweer)systeem. De module wordt besloten met de algemene pathologie, oftewel ziekteleer: wat is de oorzaak van een ziekte en hoe ontstaat een ziekte precies?

​Het hoofddoel van de module is het ontwikkelen van uitgebreide kennis van het basis EEG in theorie en het toepassen hiervan in de beroepspraktijk.

Het zelfstandig kunnen uitvoeren van een EEG-onderzoek in de beroepspraktijk. 

Het hoofddoel van de module is dat studenten zich zowel mondeling als schriftelijk correct en effectief kunnen uitdrukken en in staat zijn een tekst te begrijpen, te produceren of samen te vatten binnen een interculturele context.

Het hoofddoel van de module is dat de professional die werkzaam is op een functieafdeling (longfunctie, klinische neurofysiologie of hartfunctie), het volledige zorgpad van een patiënt op de functieafdeling kan beschrijven en licht verpleegkundige handelingen kan uitvoeren. Hij benoemt de patiëntgroepen, onderzoeken, protocollen en procedures van de verwachte functieafdelingen (hartfunctieafdeling en/of longfunctieafdeling en/of afdeling KNF).

​​Het hoofddoel van de module is het analyseren van EEG-onderzoek met betrekking tot EEG-activiteit waarbij de grens wordt aangegeven tussen normaal en afwijkend EEG. Daarnaast het onderscheiden van de diverse soorten afwijkende activiteit (waaronder trage activiteit, periodieke complexen en epileptiforme activiteit) en classificeren van het aanvalstype in geval van epilepsie en epilepsiesyndromen (diverse vormen van epilepsie, diverse epileptische aanvallen en diverse niet-epileptische aanvallen) volgens (inter)nationale richtlijnen.​ 

Een basiskennis van wiskunde, natuurkunde en scheikunde hebt u nodig voor de uitoefening van de functie van laborant. Deze kennis is bijvoorbeeld nodig om de basiswerking van de apparatuur te begrijpen en de juiste instellingen te bepalen en om onderzoeken te lezen en interpreteren. Deze module behandelt diverse elementen van de vakken wiskunde, natuurkunde en scheikunde. U leert statistieken te beheersen voor ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek. U krijgt tevens inzicht in de elektrofysische aspecten van de functie en de fysiologische processen van het menselijk lichaam. De kennis die u wordt aangereikt is van belang voor de rest van uw studie.

Na afloop van de module bent u in staat om problemen op te lossen die te maken hebben met wiskundige verbanden, rekenen met machten, exponentiële functies en logaritmen. Voor de natuurkunde hebt u basiskennis van elektriciteit, gassen en dampen, stofeigenschappen, warmte en straling. U kunt de natuurwetten hiervoor uitleggen en toepassen bij natuurkundige problemen. Tot slot kunt u aan het eind van deze module reacties opstellen en rekenen met reactievergelijkingen, in het bijzonder voor zouten, zuren en basen. 

​​Het hoofddoel van de module is het verdiepen in een specifiek ziektebeeld, met bijbehorende diagnostiek, door het uitvoeren van een literatuurstudie en het beschrijven van een patiëntcasus. Hierbij vormt het uitvoeren van een literatuurstudie (verzamelen, ordenen en beschrijven van wetenschappelijke literatuur) de basis. Daarnaast is het doel het leren schrijven en bespreken van een patiëntverslag en het kritisch kunnen bespreken van een vergelijking van bevindingen tussen patiëntcasus en de literatuur. 

​De module bestaat uit het verzamelen, ordenen en beschrijven van literatuur, het schrijven van een verslag van een patiëntcasus (patiëntengegevens, ziektehistorie en bijbehorend diagnostisch onderzoek) in de praktijk en een verslag van de vergelijking tussen patiëntcasus en literatuur.

De module gaat over elektromyografie (emg); het registreren, analyseren en interpreteren van elektrische activiteit van perifere zenuwen en spieren. De werking van gezonde en pathologische spieren en zenuwen, en de vele verschillende technieken om die te onderzoeken.

Het hoofddoel van de module 'Inleiding onderzoek doen' is het aanleren van de basale vaardigheden die van toepassing zijn bij alle vormen van onderzoek in het hbo-werkveld. Deze vaardigheden zijn gerelateerd aan het verkrijgen/vergroten van onderzoekend vermogen, bestaand uit: een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit het onderzoek van anderen en het zelf onderzoek doen (en dit kritisch beschouwen middels evaluatie en reflectie). De student ontwikkelt een fundament waarop de diverse opleidingspecifieke onderzoeksleerlijnen verder kunnen worden voortgebouwd.

Deze module bevat een aantal examens. Niet alle examens hoeven gedaan te worden om de module af te ronden:

• Je brengt een beroepsopdracht in.
• Je doorloopt alle stappen van de module met bijbehorende examens.

Je verwerft kennis over het toepassen van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de zorg en de rol van ICT bij het bevorderen van zelfmanagement. Daarbij staat centraal: rapportage en verpleegkundige overdracht in het elektronisch patiëntendossier, het gevaar en de valkuilen van ICT, de voor- en nadelen van het gebruik van media, het afstemmen van de media op de persoon, communicatie via verschillende media, hulpmiddelen bij communicatie, nieuwe ontwikkelingen binnen de ICT, domotica, e-health en robotica. 

Het hoofddoel van de module is dat de professional die werkzaam is op een afdeling klinische neurofysiologie de anatomie en fysiologie van het centrale zenuwstelsel kan beschrijven en deze kennis kan toepassen en evalueren binnen de kaders van de klinisch neurofysiologische onderzoeken en de beroepspraktijk. In deze module wordt ingegaan op bouw en functioneren van het zenuwstelsel, de ontwikkeling van het zenuwstelsel en afzonderlijke onderdelen van het zenuwstelsel.

In deze module wordt ingegaan op echografie- en doppleronderzoek, (transcranieel) doppler- en duplexonderzoek en de echografie van spieren en zenuwen.

Het hoofddoel van de module is het verkrijgen van kennis over de rol van diagnostisch onderzoek niet alleen binnen maar ook buiten het eigen vakgebied. Door verdieping in een specifiek ziektebeeld en een diagnostisch onderzoek dat zowel binnen als buiten het eigen vakgebied wordt uitgevoerd. Daarnaast is het doel het kunnen samenvatten en presenteren van deze (vak- dan wel aanpalende) kennis. 

De module bestaat uit het verdiepen in protocollen en literatuur, het geven van een presentatie en het reflecteren op het presentatieproces.

Het hoofddoel van de module is dat de professional specifieke longfunctie of klinische neurofysologie gerelateerde verrichtingen kan uitvoeren en gebaseerd op deze verrichtingen patiëntverslagen en patiëntvoorlichting kan opstellen. Daarnaast kan de professional mogelijke kwaliteitsverbeteringen door patiënteninbreng op de eigen werkplek in kaart brengen en een voorstel schrijven voor de implementatie daarvan.

Het hoofddoel van deze module is zorgen dat u meer inzicht krijgt in statistiek en foutanalyse. Op die manier kunt u medische onderzoeken en parameters die veelal direct in verband te brengen zijn met fysiologische omstandigheden beter begrijpen en interpreteren.

Het hoofddoel van de module is: het ontwikkelen van uitgebreide kennis over de diverse vormen van EP-onderzoek met hun toepassingsgebieden, over de mogelijke bevindingen bij de diverse indicaties voor de onderzoeken en het zelfstandig kunnen uitvoeren van het onderzoek binnen de beroepspraktijk.

In deze module staat het observeren en analyseren van hoe de communicatie verloopt op een functieafdeling centraal. De student houdt interviews en verwerkt de verkregen resultaten en zijn conclusies in een verslag met als doel een advies te geven over het verbeteren van de communicatie binnen en functieafdeling.

Deze module bevat twee verplichte opdrachten. Er hoeft echter maar één van de twee opdrachten gemaakt te worden om de module af te ronden:

• Je brengt een beroepsopdracht in en na goedkeuring zend je deze nogmaals in als praktijkopdracht Definitief.
• Je doorloopt alle stappen van de praktijkopdracht, dus van het plan van aanpak tot en met de definitieve versie.

Het hoofddoel van de module is om studenten te laten oefenen met het doen van toegepast onderzoek op hbo-niveau onder andere ter voorbereiding op het uit te voeren afstudeeronderzoek. 

In deze module wordt ingegaan op het perifere zenuwstelsel, EMG bij veelvoorkomende spieraandoeningen, onderzoek van neuromusculaire transmissie en naaldonderzoek.

Het zelfstandig kunnen uitvoeren van een EMG-onderzoek in de beroepspraktijk. 

Neurofysiologische onderzoekmethoden leveren veel data op. Deze module beschrijft hoe deze data kan worden geanalyseerd en verwerkt.

In deze module komt het volgende aan bod: het verdiepen van kennis en vaardigheden met betrekking tot een beroepsrelevant functieonderzoek dat niet standaard binnen de eigen afdeling wordt uitgevoerd, en reflecteren op het belang van deze kennis en vaardigheden voor het eigen functioneren als beroepsprofessional, alsook voor de afdeling waar student werkzaam is.

In de module wordt ervaring opgedaan met het opstellen van leerdoelen op basis van een goed onderbouwde keuze voor een aan te leren functieonderzoek, het kunnen beschrijven van opgedane ervaring aan de hand van een praktijkcasus en deze bevindingen kunnen relateren aan de wetenschappelijke literatuur. Ook doet de student ervaring op met het beschrijven van wat de student geleerd en ervaren heeft en het reflecteren hierop m.b.t. waarde van het geleerde in relatie tot gestelde leerdoelen en competenties zowel voor eigen functioneren als voor de afdeling.

Het hoofddoel van de module is dat de student die werkzaam is op een afdeling klinische neurofysiologie, de diverse vormen van pathologie van het centrale zenuwstelsel kan beschrijven, het neurologische onderzoek bij zowel volwassenen als pasgeborenen kan karakteriseren, de werking kan onderscheiden van de diverse medicijnen die het centrale zenuwstelsel beïnvloeden en deze kennis kan toepassen en evalueren binnen de kaders van de klinisch neurofysiologische onderzoeken en de beroepspraktijk. 

In deze module wordt ingegaan op EEG’s bij ziektebeelden en afwijkende EEG’s bij oa ruimte-innemende processen, intoxicaties, metabole stoornissen en dementie.

In deze module staat het formuleren van een visie op een functieafdeling centraal. De student observeert en houdt interviews en verwerkt de verkregen resultaten en zijn conclusies in een verslag met als doel een advies te geven over de impact van maatschappelijke veranderingen op de eigen beroepsgroep.

Deze module bevat twee verplichte opdrachten. Er hoeft echter maar één van de twee opdrachten gemaakt te worden om de module af te ronden:

• Je brengt een beroepsopdracht in en na goedkeuring zend je deze nogmaals in als praktijkopdracht Definitief.
• Je doorloopt alle stappen van de praktijkopdracht, dus van het plan van aanpak tot en met de definitieve versie.

Deze module gaat in op het toepassen van wetenschappelijke en professionele kennis in de praktijk in relatie tot de wensen en verwachtingen van patiënten.
Het hoofddoel van de module is het formuleren van een antwoord op een praktijkprobleem binnen het domein van de diagnostische laborant (longfunctieanalist, laborant klinische neurofysiologie en hartfunctielaborant) waarbij gebruik wordt gemaakt van vakliteratuur, internationale aanbevelingen en wetenschappelijke literatuur. Om dit hoofddoel te behalen, zet je onderzoekende en reflectieve vaardigheden in. Tijdens de module krijg je inzicht in de principes van evidence-based practice, relevante bronnen en de kracht van bewijsvoering. Je beoordeelt gevonden artikelen op hun wetenschappelijke waarde en vertaalt de bevindingen naar de praktijk.

​Het hoofddoel van de module is dat de professional kennis verwerft over een aantal veelvoorkomende psychische stoornissen en verstandelijke beperkingen en daaraan gerelateerde onderwerpen als: ontwikkeling, levensfasen, stress, coping en ziekte-inzicht. Met behulp van deze kennis is de professional in staat om gezond gedrag af te zetten tegen verstoord gedrag en kan daaruit voortvloeiende patiëntproblemen formuleren voor mensen met een psychiatrische stoornis of een verstandelijke beperking.

Zorgprofessionals krijgen in toenemende mate te maken met complexe zorgvragen waarbij multidisciplinaire samenwerking binnen en buiten de eigen organisatie noodzakelijk is.

Na het afronden van de module is de professional bekwaam te participeren in een bestaande zorgketen of netwerk voor een specifieke zorgvragersgroep, rekening houdend met:

1. de deelnemende partijen (stakeholders)
2. de sociale kaart in een bepaalde regio, de lacunes en succesfactoren van het werken in zorgketens en netwerken.

Deze module gaat in op de basisbeginselen van het programmeren. Iedere programmeertaal kent een aantal basisbegrippen, zoals herhalingslussen, primitieve datatypes, keuzestructuren en arrays. In de educatieve programmeeromgeving BlueJ worden met de programmeertaal Java opdrachten gemaakt.  

Java is een objectgeoriënteerde programmeertaal, net zoals PHP. Een objectgeoriënteerde programmeertaal werkt met klassen en objecten als programmeerconstructies om het programmeren van programma's sneller en eenvoudiger te maken. Er wordt ook met klassen en objecten gewerkt. Door de basisbeginselen van het programmeren te beheersen, kan een klein programma in Java worden geschreven.

Als leidinggevende heb je inzicht nodig in verschillende principes van leidinggeven. Het gaat daarbij zowel om het leiding geven aan personen als om het aansturen van processen. Ook de positie/rol van leidinggevende en de eigen persoonlijkheid van de leidinggevende komen aan bod. Tevens is er aandacht voor het leidinggeven in specifieke vormen van organisaties, zoals in een project- en/of een matrixorganisatie. Daarnaast wordt uitgebreid ingegaan op gesprekstechnieken en effectief vergadergedrag. Tenslotte komen het nieuwe werken en moderne vormen van leiderschap zoals dienend- en ondernemend leiderschap aan bod.

Bij functies op dit niveau wordt ervan uitgegaan dat men in staat is om zichzelf te kunnen managen en in een bepaalde richting te sturen, te kunnen reflecteren op zichzelf en zelfstandig te kunnen functioneren. Belangrijke ‘soft skills’ daarbij zijn het vermogen om tijd te beheersen, in te delen en verdelen over verschillende activiteiten en taken, zowel op professioneel vlak als privé. Principes van persoonlijk en interpersoonlijk leiderschap en van ‘zelfvernieuwing’ zijn essentieel bij een goed timemanagement. In deze module komen al deze zaken aan de orde. Het doel van de module is dat men in staat is deze inzichten te vertalen naar het werk en privé leven om zodoende een effectieve en efficiënte balans te kunnen vinden.

Taalbeheersing 1 geeft de student inzicht in mondelinge en schriftelijke doelgerichte communicatie. De student krijgt inzicht in de kenmerken, strategieën en didactiek van leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en spreek- en luistervaardigheid. De student leert reflecteren op doelgerichte schriftelijke en mondelinge communicatie.

Deze module geeft een inleiding over onder andere slapen en waken, polysomnografie, ademhaling en gerelateerde slaapstoornissen en slapeloosheid.

Deze module betreft een praktijkopdracht gericht op het geven van onderwijs en begeleiding.

Deze module gaat in op bewaking van het zenuwstelsel (hersenen) tijdens een operatie, opname of onderzoek.

In deze praktijkintegratiemodule staat samenwerking en benchmarking, gericht op verbetering van de zorg aan patiënten centraal. De benchmarking komt bij de opdracht tot uitdrukking in de samenwerking met collega's van een andere afdeling. De bedoeling is 'het beste uit twee werelden' bij elkaar laten komen en om elkaar tips en advies te kunnen geven ter verbetering van de zorg aan patiënten. De student stelt een onderzoeksvraag op naar aanleiding van een praktijkprobleem met betrekking tot de kwaliteit van de zorg aan patiënten die op de eigen afdeling speelt, maar waar meerdere afdelingen bij betrokken zijn. Vervolgens voert hij een literatuurstudie uit en organiseert hij intervisiebijeenkomsten met als doel te bouwen aan interollegiale samenwerking. Hij rapporteert de uitkomsten in de vorm van een evaluatie en een verbeteradvies.

Deze module bevat twee verplichte opdrachten. Er hoeft echter maar één van de twee opdrachten gemaakt te worden om de module af te ronden:

• Je brengt een beroepsopdracht in en na goedkeuring zend je deze nogmaals in als praktijkopdracht Definitief.
• Je doorloopt alle stappen van de praktijkopdracht, dus van het plan van aanpak tot en met de definitieve versie.

De professional is in staat om in deze module aan de hand van stapsgewijze zelfreflectie en zelfbeoordeling persoonlijke ontwikkeling inzichtelijk te maken en zo sturing te geven aan deze ontwikkeling zodat hij of zij alle vereiste beroeps- en opleidingscompetenties van de hbo-opleiding op het eindniveau (NLQF 6-EQF 6) van de desbetreffende opleiding beheerst.

U bent aan het einde van uw studie gekomen. In deze fase van uw opleiding voert u een afstudeeropdracht uit en u schrijft hierover een verslag. In deze werkruimte staan de richtlijnen voor het opzetten en uitvoeren van het onderzoek, en voor de verslaglegging en de mondelinge afstudeerzitting waarmee u het afstudeertraject afrondt.